Het is een vrijdagavond en om onverklaarbare redenen heb ik helaas weer een dag waar het wat minder gaat met mijn mentale gesteldheid. Dat is niet erg, ik ben het gewend ondertussen. Vroeger besteedde ik dit soort dagen met de gordijnen dicht. Een zak chips, zo veel mogelijk afleiding en zo min mogelijk licht en sociale interactie. Dat probeer ik nu tegen te gaan. Ik ben net terug van de sportschool en ondanks de sterke neiging om ze dicht te doen, zijn de gordijnen wijd open en ben ik aan het schrijven in plaats van stoned voor de TV te hangen. Progressie noemen we dat.

Maar het gevoel wordt er soms niet minder van. Ik weet dat het het juiste is om te doen, maar op sommige dagen wil zelfs het juiste niet helpen. Als ik eenmaal te diep in mijn gedachtes gedoken ben, dan is het moeilijk om er weer uit te komen. Die gedachtes zijn een rare plek om te zijn. Het is iets wat me sterk fascineert sinds mijn laatste hevige depressie, toen ik besloot om er wat aan te gaan doen. Ze zijn namelijk de enige reden van alle misere in het leven. Niet hoe de dingen zijn, maar hoe ik ze zie. Hoe ik ze oneindig wendt en keer tot ik iets heel kleins negatiefs heb gevonden, om daar dan obsessief een vergrootglas op te zetten. Als dat niet lukt, dan verzin ik wel wat. Het moet negatief. Niet elke dag, maar soms.

Ik probeer erachter te komen waardoor het komt. Te weinig slaap, verkeerde voeding, te weinig beweging? Dat helpt sowieso niet, maar ik ben zo braaf geweest de laatste tijd. Soms lijkt het gewoon willekeurig. Soms regent het, soms is het zonnig. Het belangrijkste is om een soort mentale paraplu op te bouwen voor de regenachtige dagen, zodat ik niet het gevoel heb te verdrinken. Daarom is het belangrijk om, tegen de smeekbedes van mijn brein en lichaam in, toch te blijven bewegen en toch niet die zak chips open te trekken.

Het is raar om je te beseffen dat hoe je de wereld bekijkt vaak niks te maken heeft met de objectieve realiteit van de situatie. Niet iedereen haat me. Niet iedereen lacht me uit. Niet alles in mijn leven gaat mis. Ik ben niet lelijk, ik ben niet dom, ik ben niet (heel erg) raar. Ik ben gewoon een gast die in zijn jeugd een paar verkeerde gedachtenpatronen heeft opgebouwd die hem vertellen dat iedereen hem haat en dat hij lelijk, dom en raar is. Dat ziet de rest van de wereld misschien, maar voor mij voelt dat zelfbeeld heel realistisch. Heel logisch, alsof het een natuurwet is. Gras is groen, E=MC² en Alfred is lelijk, dom en raar. Daar ga je toch niks tegenin brengen?

Het kan een heel vermoeiend proces zijn om dat wel te moeten doen, elke dag weer. Constant. Een soort ruzie met jezelf. De interne dialoog is een effectief, maar ik denk al zo sinds mijn jonge tienerjaren en dat wis je niet zomaar uit. Die patronen zijn diep in mijn brein ingegraven en ondanks dat ik die sporen probeer op te vullen zodat ik nieuwe kan creëren, is er een heleboel zand nodig.

Dat zand haal ik op dagen als vandaag vooral uit beweging, voeding en veel van die interne dialogen. Hoe vermoeiend ze ook zijn. Ik moet lief zijn voor mezelf. Is dat voor “normale mensen” ook zo moeilijk? Of is dat hun normale staat van denken? Dat is iets waar ik vaak over nadenk. Hoe werkt een gezond brein? Hoe zien de gedachtes van het absoluut gemiddelde persoon eruit? Natuurlijk twijfelt iedereen wel eens aan zichzelf, maar waar eindigt gezond en waar begint het territorium van obsessieve zelfhaat waar ik mij dagelijks in bevind?

Uiteindelijk maakt het weinig uit. Ik moet er hoe dan ook aan werken, elke dag weer. Ik kan niet terugvallen en ik kan niet opgeven, want ik wil niet zo leven. Ik wil niet alles haten aan wie ik ben. Ik wil trots kunnen zijn op mijn prestaties en tevreden kunnen zijn met wie ik ben, wat ik doe en hoe ik eruitzie. Ik hoef geen Kanye West godcomplex, maar mag ik ten minste een beetje zelfvertrouwen? Dit maakt het leven zo vermoeiend. Zo onnodig zwaar. Zo kleinerend.

Maar hey, dit is geen negatieve blog. Ik ben hier, ik heb gesport, ik ben aan het schrijven, de gordijnen zijn open en ik heb hoop. Dit soort dagen gaan er altijd zijn en als ik aan de suïcidaal depressieve versie van mezelf van 2019 zou laten zie hoe een slechte dag in 2023 eruitziet, dan zou hij me uitlachen in ongeloof. Er is meer progressie dan ik vaak zie en daar ben ik, met veel moeite, best wel verdomd trots op.

Ik ben hier al te vaak geweest, alleen in mijn nare space
Baan ik steeds dezelfde cirkels als een verdwaalde geest
Van A naar B, van B naar A, van A naar B
Paralyserende parallellen de parace-
-tamol maakt me niet minder parra
Al parafraseer ik in parabolеn
Het komt net als palindromen op hеtzelfde neer
Nemen, nemen, nemen telkens weer
En ik blijf het nemen elke keer
Ik kan mensen met een paar woorden en een paar akkoorden
Laten parra worden als parachuteren zonder parakoorden
Ik spring in het diepe en manoeuvreer in een rare cyclus
Paranoia en parasieten
Met paradoxale verhalen verraden ze waar ze voor kwamen
Geloof nog liever in het paranormale
Geen paragnost nee, maar wel een waarzegger
En als parabellum speel ik open kaart met ze
Paradigma’s verschuiven en ik betaal de prijs
En ik hoop dat ik mijn waarde krijg
Hier of in het paradijs
Parameters verspringen, de situatie dreigt
Ik heb zoveel meters te sprinten, dit is realiteit

Fresku – Translucide