Het moet zwaar zijn geweest voor jullie. Ik weet het. Elke dag zat je hier, met je vinger boven de F5 toets, constant verversend, hopend op een nieuwe blog. Ik zag het in de statistieken. Miljoenen en miljoenen lezers, elke dag weer, hopend op een nieuw stukje wijsheid van hun goeroe.

Nee, laten we eerlijk zijn, ik sta hier te schreeuwen in de woestijn. Maar soms voelt het goed om te schreeuwen in de woestijn! Misschien doe ik het voor mezelf, misschien loopt er net een schorpioen langs die een beetje motivatie nodig had die dag. Ja, beste lezer, jij bent de schorpioen in deze metafoor. Een slang mag ook. Of zo’n schattige woestijnvos met van die grote oren. Kies zelf maar met welk woestijndier jij je identificeert, maar we zijn in de woestijn. Dat was mijn punt, lang geleden. Niemand leest dit, en dat komt vooral omdat ik dat ook eigenlijk helemaal niet wil.

Waarom zou je schrijven als je niet wil dat iemand het leest? Een goede vraag, jij Afrikaanse stierkikker. Om tot een antwoord te komen, ga ik weer een stukje van de sluier van mijn rare gedachtengang oplichten. De meeste schrijvers doen hard hun best om zo veel mogelijk mensen te bereiken. Dat is een logische gedachtengang. Je hebt ten slotte wat te zeggen, anders schrijf je niet. Toch is er een bepaalde mate van zelfrespect en overtuiging nodig om op die manier je geschreven woord te delen met de wereld. En dat is precies wat bij mij helaas nog ontbreekt in veel gevallen. De overtuiging dat ook mijn mening, mijn ervaringen, mijn woorden ertoe kunnen doen. Dat ze misschien iemand kunnen helpen. Of ten minste iemand kunnen vermaken.

Vroeger had ik die overtuiging. Dat waren de jaren waar ik zonder terughoudendheid blogs, verhalen en zelfs boeken schreef. Gewoon omdat het leuk was. Zonder het perfectionisme, de angst, de constante overanalyse van elk woord. Waar het precies mis is gegaan kan ik je niet vertellen, maar ik mis het. Ik mis het enorm. Ik wil weer die uitlaatklep, die heerlijke flowstate waarin je vingers uit zichzelf over het toetsenbord gaan.

Het is niet alsof ik niet genoeg te zeggen heb. Ik heb meningen. Zijn het relevante meningen? Goede meningen? Nuttige meningen? Geen idee. Soms. Soms niet. Maar het zijn meningen die gedeeld mogen worden. Dat is een lastig besef voor iemand die jarenlang geleefd heeft om zo min mogelijk op te vallen. Mijn hoofd vult zich alweer met onzinnige angsten. Wat als ik iets schrijf over een politiek gevoelige kwestie en ik haal de woede van het internet op mijn hals? Wat als ik iets schrijf over iets wat ik uiteindelijk toch niet lijk te snappen en ik lijk dom op het internet? Zou dat niet het einde van de wereld zijn?

“Nee”. Het juiste antwoord is “nee”. Dat zou niet het einde van de wereld zijn. Dus bij deze vraag ik een denderend applaus van al jullie Kaapse grondeekhoorns, want ik ben terug. En ik ben niet van plan ooit nog weer weg te gaan.