Hoe spreek je iemand aan die je al dertien maanden genegeerd hebt? Voor veel mensen is dat een vraag die misschien niet vaak voorkomt. Voor mij is het best gebruikelijk. Ik heb jou, de hypothetische lezer, dertien maanden genegeerd. En mezelf, want schrijven is nog altijd meer voor mij dan voor jou (sorry. Ik mag je verder wel hoor). Schrijven was mijn passie en mijn uitlaatklep voor een groot deel van mijn leven, maar toen kwam het… De vermijding.
De vermijding is, onverwachts, niet de naam van een nieuwe Nederlandse film met Jim Bakkum die op (on)komische wijze zijn schoonfamilie moet vermijden. Het is meer zeg maar mijn copingmechanisme wat voorkomt uit jarenlange onverwerkt “trauma” en misvormde denkbeelden. Nog steeds beter dan Jim Bakkum, maar niet leuk op zichzelf.
Eind vorig jaar kreeg ik weer een psycholoog toegewezen. Dat is wel vaker gebeurd in mijn leven, een keer of vier om precies te zijn, maar dit keer was het wat anders. Dit keer was ik gemotiveerd. Al sinds begin 2021 werkte ik hard aan mezelf in een laatste poging om mijn leven op de rails te krijgen. Een deel daarvan is terug te lezen hier, een groot deel niet. Maar de rails was in zicht eind vorig jaar, en die psycholoog kon me helpen met het laatste duwtje. Maar eerst wou ik een diagnose, want er moest toch een naam zijn voor de unieke en supergezellige cocktail van zelfhaat en depressie die mijn hoofd teistert als ik er niet actief tegenin ga elke dag?
En ja, die is er. Eigenlijk wist ik de naam zelf al, want ik had hem zelf ontdekt op, je raad het nooit: het internet. De vermijdende persoonlijkheidsstoornis heet het, en de DSM5 (zegmaar de bijbel van de psychologie) zegt er het volgende over:
“Er is een diepgeworteld patroon wat zorgt voor een terughoudende houding bij sociale interactie. Het gevoel is dat men tekortschiet en negatieve opmerkingen van anderen worden zwaar opgenomen. Uit angst voor vernedering of om uitgelachen te worden, wordt er vaak een gereserveerde houding getoond in intieme relaties.De gedachte om in sociale situaties bekritiseerd of afgewezen te worden is continu aanwezig.
In situaties met anderen is men geremd vanwege het gevoel tekort te schieten. (De patiënt) ziet zichzelf als sociaal onhandig en als onaantrekkelijk of minderwaardig. Uit angst om in verlegenheid te raken worden er geen persoonlijke risico’s genomen of nieuwe activiteiten ondernomen.“
Dat is de droge psychologenversie. De realiteit is dat ik mezelf als absoluut onmiskenbaar inferieur zie aan ongeveer de complete wereldbevolking. Ik ben dom, sociaal onbekwaam, lelijk, ongewild en op elke manier afstotelijk in mijn eigen hoofd. Als dat je zelfbeeld is, dan is afwijzing bijna onvermijdelijk en dan is het best wel lastig om jezelf nog in nieuwe situaties te storten of nieuwe mensen te ontmoeten.
Toen ik deze stoornis voor het eerst tegenkwam, ging er een wereld voor me open. Ik vond mensen die mij snapten, online uiteraard want we komen niet zo veel buiten. Het was een feest van herkenning en erkenning. Een diagnose op zichzelf maakt eigenlijk geen verschil in de daadwerkelijke problematiek, maar het is wel een verklaring van je gedrag, zowel voor jezelf als voor anderen. Sinds mijn diagnose voel ik me minder schuldig en soms, héél soms, voel ik me stiekem zelfs een beetje trots. Trots op de dingen die ik bereikt heb ondanks die constante zelfhaat en angst. Trots op het persoon wat ik ben geworden, op de vele mensen die om me geven, op alles eigenlijk.
Tot aan de zelfdiagnose en de daaropvolgende officiële diagnose dacht ik altijd gewoon dat ik depressie had met een vleugje sociale angst voor de smaak. Maar dat was het niet. Die dingen waren er wel, maar ze voelden als een gevolg, niet als de oorzaak van mijn misère. Iets wat uiteindelijk dus bleek te kloppen. Een persoonlijkheidsstoornis klinkt heftig, en eigenlijk is het dat ook gewoon.
Over het algemeen gaan persoonlijkheidsstoornissen niet weg, maar in het geval van de vermijdende is er wel veel aan te doen om het leven draagbaarder te maken. Veel van die dingen was ik zelf al mee bezig nog voor mijn (zelf)diagnose. Ik werk dagelijks aan het uitdagen van mijn denkbeelden, het intern vechten met mijn negatieve zelfbeeld en het pushen van mijn limieten qua (sociale) angst. Maar je komt maar zover in je eentje, dus het is geweldig dat ik nu ook regelmatig kan praten met mijn psycholoog. En omdat ik absoluut van plan ben om deze vreselijke aandoening te verslaan, ben ik twee weken geleden zelfs begonnen aan het epitoom van mijn sociale angst: groepstherapie. Schematherapie welteverstaan, iets wat bewezen effectief is bij mijn specifieke problematiek. De details duik ik graag nog een keer in als ik er zelf wat meer van snap verderop in het traject, maar na twee sessies kan ik zeggen dat alleen al de setting van over je problemen praten in een groep van gelijkgestemden een effect heeft. Het is doodeng en ongemakkelijk en dat is precies waarom ik het wou doen en dat is ook precies waarom het werkt.
Laatst kwam ik tot een conclusie: De meeste dagen van dit jaar ben ik gelukkig geweest. Ik haat mezelf nog steeds passief en er is nog een lange weg te gaan, maar er is weer licht aan het einde van de tunnel en ik geniet van de reis. Ik ben mezelf aan het (her)ontdekken. Ik ontdek mijn kracht, mijn passie, mijn interesses, mijn humor, mijn persoonlijkheid (opnieuw). Alle dingen die zo lang begraven lagen onder een donkere wolk aan depressie en angst. Ik begin weer mezelf te worden. De echte ik. En eigenlijk mag ik hem wel.
Recent Comments