Mensen hebben het graag over “Rock Bottom”. Het absolute dieptepunt van je leven waar je denkt echt niet meer lager te kunnen zakken. Dit concept verschilt voor iedereen en ligt natuurlijk vooral aan je referentiekader. Als veilge blanke man in Nederland was mijn referentiekader beperkt en daarmee ook mijn idee van lijden. Dat maakt Rock Bottom voor iedereen een ander punt, maar ik denk dat het je altijd duidelijk is als je er aankomt. De landing is hard, zoals de naam al doet vermoeden.
Mijn dieptepunt bereikte ik in 2019. Ik leek op mijn gelukkigst, op papier. Ik had al een paar jaar een redelijk leuke baan, ik had een lieve vriendin, ik had een mooie auto en een leuk huisje. Ik had het redelijk voor elkaar op het oog. Maar van binnen was ik diep ongelukkig, vooral met mezelf. Ik was echter vol overgave bezig om dit te ontkennen met meer bezittingen en meer afleiding. Als ik dat nog een jaartje of vijftig kon volhouden, dan zou ik vanzelf een keer doodgaan, toch? Misschien geen heel goed doordacht plan. Dat doodgaan kwam heel dichtbij toen mijn moeder langzaam begon te bezwijken onder haar borstkanker. Dat speelde al heel wat jaren, sinds 2015 om precies te zijn, maar ook dit was iets wat ik eigenlijk grotendeels negeerde. Ik wou het niet onder ogen zien, want iets wat je niet ziet is er niet. Een kinderlijk simpele gedachtengang, maar eentje die vele mensen nog altijd gebruiken als het om grote zaken als kanker, dood maar ook zeker ongeluk gaat. Gewoon de andere kant op kijken en doorgaan met je leven.
Ik herinner het me nog goed een moment slechts enkele weken voor mijn moeder stierf. Ik was met mijn vriendin in Zweden op vakantie en we reden over een mooi weggetje. Ik was gelukkig, in dat moment, maar de ontkenning zag ik niet. We praatten over mijn moeder’s kanker en vol optimisme sprak ik over de wetenschap. Over wat er allemaal misschien nog ontdekt ging worden en dat ze eigenlijk nog best een kans maakte om de boel te overleven. Op dat moment, ontdekte ik later, wist mijn moeder al dat ze zou sterven. Ze had het me niet verteld omdat ze mijn vakantie niet wou verpesten. Bij thuiskomst kwam het nieuws, en de impact was genadeloos. Genadeloos omdat ik me niet had voobereid. Genadeloos omdat ik mezelf constant had voorgelogen dat het goed zou komen. Genadeloos omdat het opeens insloeg hoeveel tijd ik had weggegooid.
Ik wist natuurlijk al een lange tijd dat mijn moeder zou sterven. Alle tekenen wezen op niets anders. Ze was lichamelijk aan het aftakelen op een zorgwekkend tempo en het laatste jaar kon ze nog maar weinig. Het was een jaar wat ik had moeten gebruiken om op een dieper niveau met mijn moeder door te brengen. Om haar beter te leren kennen en haar dingen te vragen waar ik nu nog soms van wakker lig. Om haar te vertellen en vooral te laten zien hoeveel ik van haar hield en hoe belangrijk ze voor me was. In plaats daarvan ging ik door met mijn leven. Ik ging naar mijn werk, ik voerde mijn hobby’s uit en ik kwam natuurlijk wel op bezoek, maar ik erkende eigenlijk nooit naar haar dat ook ik zag dat ze dood zou gaan. Het was egocentrisch. En ze snapte dat, want ze was mijn moeder en ze liet me doen waarvan ze dacht dat het het beste voor me was. Dat zag ik later pas in.
De dag voor ze zou sterven, was ik kort bij haar. Ik zou met mijn vriendin naar de bioscoop gaan en we kwamen even snel op bezoek. Ik zag dat het niet goed ging, maar zelfs in deze laatste dag bleef ik mezelf voorliegen. Het zou zo weer beter kunnen gaan! Het was de laatste keer dat ik haar bij normaal bewustzijn sprak, en we hadden over niks gepraat. Niks besproken. Het was gewoon alsof ik op de koffie ging terwijl ze nog gezond was. Een totale ontkenning van de dood die zo overduidelijk boven haar hoofd hing. Die avond nog keek ik een film over iemand die zijn moeder verloor, en in ware Hollywood stijl kon hij rustig afscheid nemen. Zijn moeder sprak nog wat laatste lieve woorden en alles ging zo mooi, zo schoon. En ik moest oncontroleerbaar huilen omdat ik realiseerde dat ik mijn kans weggegooid had. Mijn kans om afscheid te nemen, verspild en voor altijd verloren.
De volgende ochtend belde mijn vader en werd bevestigd wat ik al wist. Natuurlijk kwamen we langs. Natuurlijk heb ik uren en uren bij haar gezeten en zachtjes tegen haar gefluisterd wat ik nog wou zeggen. Dat ik van haar hield. Dat ik haar zo intens zou missen. Maar ze was al weg. Niet lichamelijk, maar wel mentaal. Het was te laat. Nog voor ze daadwerkelijk haar laatste adem uitblies, was ik met een ongekend harde knal op mijn ‘Rock Bottom’ neergestort. Ze was weg en slechts mijn eigen angsten hadden me tegengehouden van een fatsoenlijk afscheid. Ik kan het gevoel nog met enge accuratesse terughalen. Een holle, lege pijn.
Misschien zou je denken dat deze landing me direct deed realiseren dat er niks anders op zat dan mijn angsten te confronteren en mijn leven om te gooien. Dan heb je het pittig fout. De rouw stortte me in een niveau van depressie en angst wat ik nog nooit eerder had gevoeld, en het maakte me bang. Banger. En boos, heel erg boos. Boos op de willekeur van het leven. Waarom moest mijn moeder zo jong sterven? Ze was vegetarisch, slank, rookte niet, dronk zelden. Ze had alles goed gedaan en toch werd ze me afgenomen. Ik zocht een soort rede en logica in het universum. Ik was boos op mijn werkgever die me een paar dagen gaf en me toen begon lastig te vallen met arbitraire onzin. Niet per sé hun schuld. Het leven gaat door en kapitalisme wacht niet tot jij je mentale gezondheid op orde hebt. Maar ik kon het niet accepteren en begon me opstandig te gedragen. Ik werd ontslagen.
Opeens zat ik werkloos thuis, badend in mijn zelfmedelijden en verdriet. Wat tevergeefse pogingen tot therapie later (daarover later meer) was het op een punt gekomen waar ik mezelf niet meer kon overtuigen dat het leven nog de moeite waard was. Ik was vervreemd geraakt van mijn vriendin en probeerde uit een soort intense zelfhaat haar zover te krijgen om het uit te maken met mij, omdat ik het zelf niet durfde. Ik was een naar, bitter persoon geworden en ik zag geen uitweg meer. Maar de uitweg kwam uit een voorspelbare kant. De uitweg was liefde.
Recent Comments